Na de operatie

De ochtend van de operatie maken ze me rond half 7 wakker. Ik ga om ongeveer 7 uur richting de ok en ik hoef maar weinig te doen. Ik wil nog even kolven want dat zal vlak na de operatie vast niet makkelijk gaan en daarna even omkleden. Ik ben best trots als ik in vrij korte tijd 300 ml melk gekolfd heb en dat na 1,5 jaar borstvoeding geven. Kan B. vandaag in elk geval nog mijn melk drinken en dan zien we de komende dagen wel hoe het verder gaat.

Even omkleden en vlak voor ik naar de ok wordt gebracht krijg ik nog een tabletje met slaapmedicatie om wat rustiger de operatie in te gaan. Ik ben de eerste die op de voorbereidingskamer komt. Als snel doet de medicatie zijn werk en het volgende wat ik weet is dat ik op de IC ligt. Later hoor ik dat ik zo'n 20 minuten wakker ben geweest op de ok voor de operatie. Daar weet ik niets meer van, dat is wel een eng idee.

Op de IC is duidelijk te merken dat er flink wat is omgegooid in het ziekenhuis in verband met Corona. Anesthesie medewerkers die op de IC meedraaien omdat er weer anderen op de speciale Corona IC staan. Ik kan alleen maar respect hebben hoe ze hiermee omgaan. De zorg voor de patiënten gaat gewoon door maar ik merk aan de soms zoekende manier van werken dat alles anders is dan normaal.

Na de operatie hebben ze met een draad mijn kin aan mijn borstkas vastgezet. Dit is om te voorkomen dat ik onverwachte bewegingen maak met mijn hoofd waardoor er teveel spanning op de wond en luchtpijp komt. Ze hebben bijna de helft van mijn luchtpijp weggehaald dus ik mag vooral niet de extractie maken met mijn hoofd, dwz mijn hoofd naar achter doen. Omdat ik graag wil weten hoe het eruit ziet vraag ik op de IC of ze een spiegel hebben. Ze moeten even zoeken maar uiteindelijk hebben ze er een gevonden en kan ik de hechting zien. Ik heb ook een maagsonde omdat ik de eerste 5 dagen niet mag eten en drinken om het operatiegebied rust te geven.



De chirurg komt nog even langs en vertelt dat de operatie volgens het meest positieve scenario is verlopen. De tumor zat niet om de zenuw en het bloedvat. Ze hebben dus "alleen maar" een deel van mijn luchtpijp weggehaald.

Woensdag 1 april

Ik mag rond 10 uur weer naar de afdeling, daar heb ik een eigen kamer. Ik ben vooral erg moe dus het grootste deel van de dag geslapen.

Donderdag 2 april

De verpleegkundigen willen me vandaag uit bed hebben. Even wassen en omkleden, ik zie er enorm tegenop ik ben nog steeds zo moe. Uiteindelijk doet het me toch erg goed en vraag in de middag of ze me nog even uit bed willen helpen zodat ik even op een stoel kan zitten.
Gister moest B. weinig van me hebben. Rare mama met allemaal slangen en in een gek bed. Vandaag wil hij wel bij me zitten en komt hij zelfs even bij me drinken. Dat doet me zo goed, even een fijn momentje samen want oh wat mis ik dat.


Vrijdag 3 april

Elke dag weer een stapje vooruit, ik merk dat ik doelen begin te stellen voor mezelf. Vandaag wil ik me aankleden en een rondje lopen over de afdeling.

Ik heb een onrustige nacht gehad door een piepende infuuspomp, rommelende darmen en een vervelende maagsonde. De sonde zit me erg in de weg. Ik wordt er elke keer misselijk door en het is vervelend met slikken. Ik kan niet wachten tot het stomme ding eruit mag.

Al in de ochtend heb ik beide doelen voor vandaag bereikt, wat kan je trots zijn op jezelf na een rondje over de afdeling lopen. Ik ben vandaag al veel meer uit bed, slaap niet of nauwelijks overdag en maak 's middags nog maar een rondje over de afdeling.

Zaterdag 4 april

Omdat ik maar beperkt bezoek mag kunnen de oudste twee niet langskomen. We vinden het alle drie moeilijk en stom, ik heb nog gevraagd of ze niet één keer als uitzondering toch mogen komen maar dat mag helaas niet. Om het toch een beetje leuk te maken komen ze vanmiddag even op "raambezoek", zij buiten op het plein voor het ziekenhuis en ik binnen voor het raam. Ik verheug me er enorm op en ben gister flink aan het knutselen geweest.

Als ze er zijn kan ik ze goed zien maar de afstand en het zonnetje zorgen ervoor dat zij mij niet goed kunnen zien. We bellen even zodat we elkaar kunnen horen en een beetje kunnen zien. Ze hebben allemaal leuke dingen voor me gemaakt en die mogen ze even op de afdeling komen afleveren. Als ze op zoek zijn naar een verpleegkundige lopen ze langs mijn kamer. Wat is dat enorm moeilijk om dan afstand te houden. Als ze weer weg zijn heb ik de tijd om hun pakketje rustig uit te pakken en alle kaartjes en knutselwerkjes op te hangen. Ook al is het leven op dit moment even geen feestje, met een paar slingers en leuke kaarten maken we er toch maar wat gezelligs van.


Zondag 5 april

Het vastzitten van mijn kin aan mijn borst en de daardoor krampachtige houding begint zijn tol te eisen. Mijn nek, schouders en bovenrug zitten helemaal vast en doen zeer. Ik kon geen prettige slaaphouding vinden. Na overleg met de arts krijg ik extra pijnstilling en een spierontspanner voor de nacht.
Het doel wat ik vandaag heb gesteld is traplopen. Voor ik naar huis mag willen ze weten dat ik kan traplopen. Ik ben gister al even met de verpleegkundige twee trappen op en af geweest maar ik wil er nu meer doen. Omdat het gister prima ging mag ik het zelf doen zo lang ik maar even meld dat ik naar de trap ben. Ik lig op de negende etage en ik wil graag weten hoe het uitzicht vanaf de bovenste etage (13e) is. Dus naar boven naar de 13e om vervolgens daar er achter te komen dat je niet naar buiten kan kijken omdat de trappen uitkomen bij opslagruimtes waar ik niet naar binnen kan. 's Middags nog een keer traplopen en nu eerst maar een stukje naar beneden. Naar de vierde, door naar elf en dan weer terug naar de negende. Ik moet wel even op adem komen als ik weer terug ben maar zoals een van de verpleegkundigen zegt: dat moet ik ook als ik zoveel trappen gelopen heb.

Maandag 6 april

Eindelijk, vandaag mag de sonde eruit. Als de artsen langskomen geven ze aan dat eerst de hechting eruit moet en dat er daarna een sliktest gedaan moet worden door de KNO-arts. Als de hechting eruit is krijg ik meteen een nekkraag om. Die moet ik de komende twee tot drie maanden omhouden als reminder dat ik mijn hoofd niet naar achter mag bewegen. De arts heeft aan de KNO doorgegeven dat de sliktest gedaan kan worden, zij geven echter aan dat het niet bekend is of ze die dag er tijd voor hebben. Dat is een enorme tegenvaller want ik had erop gerekend dat ik vandaag van de sonde af zou zijn. 

Uiteindelijk staan een uur later twee KNO-artsen naast mijn bed met het apparaat om de sliktest te doen. Ik krijg een slang met camera via mijn neus naar binnen zodat ze mijn stembanden kunnen zien. Vervolgens moet ik een hap blauwe appelmoes eten, ze hebben het blauw gemaakt zodat ze het duidelijk kunnen zien op via de camera. Het slikken gaat prima en ik krijg blauw water, ook dat gaat goed. Als laatste krijg ik een biscuitje, ook dat doorslikken gaat prima. Het biscuitje smaakt me zo goed na een week zonder te kunnen eten dat ik vraag of ik hem helemaal mag opeten. Wat kan je genieten van een simpel biscuitje.


Als de artsen weg zijn kan eindelijk de sonde eruit! Ik mag beginnen met wat vloeibare dingen als vla en thee. Ik krijg het op zich prima weg maar ik merk wel dat de spieren die je gebruikt bij slikken heel erg moeten wennen.
's Avonds heb ik trek in iets meer vast voedsel en dat mag gelukkig ook. 

Dinsdag 7 april

Als de keukendienst langs komt voor het ontbijt vertellen ze me wat ze aan vloeibaar voedsel hebben. Ik geef aan dat ik graag een boterham zou eten want gisteravond ging dat ook goed. Het wordt een lekker uitgebreid ontbijt.

Als de artsen langskomen en horen dat het goed gaat met eten geven ze aan dat ze willen overleggen met de verpleging maar als die het goedkeuren dat ik naar huis mag.

Rond lunchtijd zijn we thuis, we eten even een broodje en vervolgens ga ik even met B. op bed. Uiteindelijk ben ik niet eens moe maar even rusten doet me goed. Omdat ik me goed voel en de oudste twee enorm mis vraag ik M. of hij ze wil gaan halen. Wat is het fijn om iedereen weer lekker bij me te hebben!


Reacties

Populaire posts van deze blog

Pijn

De gastroscopie en de uitslag

Speekselklierkanker