Accepteren, respecteren en doseren

Het hebben van, of lijden aan, een ziekte brengt veel meer met zich mee behalve de ziekte zelf. Je leert veel over jezelf, je lichaam en geest, over de mensen om je heen en over de ziekte waarmee je te maken hebt.

De kanker was, helaas, niet de eerste grote ziekte waarmee ik te maken heb gehad. Gedurende drie jaar heb ik een (zware) depressie gehad. Een mentale ziekte, iets wat aan de buitenkant niet te zien is en waar helaas nog veel mensen weinig van snappen. Bij elke ziekte is het lastig om je in de “patient” te verplaatsen als je zelf nooit met die ziekte te maken gehad hebt. En zelfs als je bekend bent met de ziekte is iedereen anders en kan een ziekte ook anders verlopen. Je kan proberen een beeld te krijgen hoe dat voor de ander is door te luisteren naar zijn/haar verhaal, vragen te stellen of informatie op te zoeken. Ik ben heel open over mijn ziek zijn. Het helpt mij om erover te praten. Het viel mij op, met name tijdens mijn depressie, dat mensen heel verschillend kunnen reageren. De een hoort je verhaal aan en stelt vragen, bij een ander merk je een weerstand. Ik wil hier niet over oordelen waardoor dit is, misschien desinteresse of te confronterend, niet weten hoe te reageren of gewoon even genoeg aan je eigen leven. En dat is prima, ik heb ook momenten gehad waarop ik het even niet aan kon om de leuke of mindere leuke verhalen van anderen aan te horen. 

Tijdens de depressie heb ik geleerd dat een verschil tussen een depressie en een burnout is dat bij een depressie heb je wel de fysieke energie maar geen zin om iets te doen en bij een burnout heb je juist wel de zin maar niet de fysieke energie. Ik wist dat maar ik kon het me niet goed voorstellen hoe dat moest zijn. Tot ik na de operatie en bestraling van de kanker opeens niet meer de fysieke energie had maar wel de zin om dingen te ondernemen. Je moet leren om te gaan met je fysieke of mentale grenzen. Tijdens de depressie was alles wat mentale prikkels gaf al snel te veel maar fysiek bezig zijn juist fijn en goed. Maar nu na de behandeling van de kanker loop ik tegen mijn fysieke grenzen aan. Vermoeidheid, snel last van een geïrriteerde of droge luchtpijp bij inspanning en een slechte conditie. Ik moet opnieuw leren waar mijn grenzen liggen en die respecteren. Leren doe je met vallen en opstaan en in sommige gevallen accepteren dat het niet gaat.

Al langere tijd merkte ik dat fietsen eigenlijk te zwaar is: een brug op fietsen, de kinderen bijhouden of tegenwind hebben. Dus steeds vaker pak ik de auto want fietsen is niet prettig meer. En dat vind ik moeilijk, ik doe al jaren bijna alles op de fiets en nu kan ik dat opeens niet meer. Af en toe kwam wel de gedachte voorbij om te kijken voor een elektrische fiets, maar daar wilde ik niet aan toegeven. Dat voelt voor mij als falen. Inmiddels kan ik het anders zien. Het voelt niet meer als falen maar accepteren dat mijn grenzen anders zijn en ik hulp nodig heb. Hulp in de vorm van trapondersteuning zodat ik weer een stukje vrijheid terug heb. De vrijheid om me zonder auto te verplaatsen, lekker buiten te zijn en genieten van alle moois. Je komt met de fiets weer op heel andere plekken dan met de auto en daarmee wordt je wereld weer een stukje groter.

Dit is misschien wel de grootste les die het ziek zijn mij geleerd heeft: mijn grenzen liggen niet vast en kunnen om diverse redenen verplaatsen. Je kan jezelf uitdagen door je grenzen op te zoeken maar soms moet je ook gewoon accepteren dat iets niet gaat, respecteren dat voor jou daar de grens ligt en doseren in wat je kan doen op een dag. 

Ik geniet van mijn geweldige “valsspeelfiets” en zal proberen om ook af en toe de auto te pakken of een dagje bank hangen in te plannen; accepteren, respecteren en doseren.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Pijn

De gastroscopie en de uitslag

600 dagen